Alle investeringen doen we om STO langdurig te bestendigen in ons curriculum
Dennis Boshoeve is Unitleider Projecten voor CSG Reggesteyn Rijssen/Nijverdal. Sinds kort is hij de opvolger van Maarten Scholten als projectleider STO voor Reggesteyn. Zijn collega Joke Lankamp vervulde deze functie interim. Graag stellen we Dennis voor aan alle collega’s van STO Twente: “Mijn voornaamste focus is dat Sterk Techniekonderwijs ook ná 2028 bestendigt.”
Verdeling intern en extern
Vanuit zijn functie als Unitleider Projecten TL was Dennis eerder niet rechtstreeks betrokken bij Sterk Techniekonderwijs: “De onderbouw telt technische vakken, dus daar speelt STO zeker een rol, maar het viel niet onder mijn verantwoordelijkheid. Wel kreeg ik STO mee, aan de rand van de projecten die binnen Reggesteyn lopen.” Joke Lankamp blijft de interne projecten binnen Reggesteyn voor STO onder haar hoede houden. Dennis: “Ik pak het externe gedeelte op. Denk aan het aanschuiven voor de planvorming voor STO en het onderhouden van de contacten met de andere subregio’s en ook met de andere scholen binnen onze eigen subregio: de Waerdenborch, Jacobus Fruytier en Pius X. Kortom, naar buiten toe ben ik de projectleider en intern zet Joke haar werkzaamheden door. We gaan dus veel samenwerken.”
Koersen op de écht lange termijn
De timing voor de planvorming die Dennis noemt, is zeer actueel. Immers, alle subregio’s van STO Twente zijn volop bezig met het maken van plannen voor de periode 2025 – 2028. Hoe zit Rijssen hierin? Dennis: “Ik ben mij volop aan het inlezen en Joke praat mij bij over alle lopende projecten. Wat voor mij essentieel is, is dat alles wat we nu op poten zetten, niet verdwijnt als de gelden stoppen. Dat is de achilleshiel van het onderwijs. Dé kern is dat we de actuele STO-gelden voor Reggesteyn inzetten met de focus op een veel langere termijn, ook die voor na 2028 Dat hoop ik terug te zien in de plannen die we nu gaan maken. Dus, dat het niet bij projecten blijft, want die zijn eindig. Ons doel is STO tot een verduurzaamd en intrinsiek onderdeel te maken van het totale onderwijs. Niet alleen voor Reggesteyn, maar voor alle vmbo-scholen die meedoen met STO Twente. Anders is het zonde van de tijd en energie van álle Twentse collega’s.”
Voor 80% STO op orde
Hoe schat Dennis de huidige STO-situatie op Reggesteyn in? “Voor 80% van de leerlingen hebben we inmiddels mooie techniekonderdelen staan. Vooral voor de onderbouw in Rijssen springt het Technolab eruit evenals allerlei projecten binnen Mens en Beroep, enzovoorts. Daarnaast hebben we voor de bovenbouw een prima samenwerking met Kampus Rijssen, daar komen ook de leerlingen uit Nijverdal naartoe. Op die locatie gebeuren op het vlak van techniek en technologie echt veel mooie dingen. Waar we nog actief op gaan inzetten, is het meer betrekken van de onderbouw in Nijverdal bij Sterk Techniekonderwijs. Dus hier gaan we met STO zeker nog een slag maken.” Ook noemt Dennis dat het Praktijkonderwijs nog steviger betrokken zal worden bij STO Twente.
Speciale rol van Unitleider Projecten
Niet veel vmbo-scholen hebben een eigen Unitleider Projecten zoals Dennis dat is. Welke gedachte zit daarachter? Dennis: “Veel projecten hebben de neiging op zichzelf te staan. Vertrekt de kartrekker of stopt de geldstroom? Dan verdwijnt doorgaans ook het project. Als Unitleider Projecten heb ik meerdere projecten op onderwijskundig gebied onder mijn hoede, van STO tot en met basisvaardigheden en onderwijsontwikkelingen binnen onze eigen school. De insteek is dat we al die projecten vanuit een helicopterview samen laten vallen. Met als resultaat geïntegreerd onderwijs dat wij op Reggesteyn willen aanbieden. Dit is de belangrijkste reden voor de specifieke invulling van deze functie.”
Advies samenwerking techniekbedrijven
STO Twente stuurt er gericht op aan dat het technisch vmbo samenwerkt met bedrijven. Rijssen heeft dat goed voor elkaar. Wat is het geheim van deze cohesie? Welke tip heeft Dennis voor andere subregio’s van STO Twente die ook (nog) meer willen samenwerken met techniekbedrijven? Dennis: “Dat start met het je als school af en toe dienstbaar opstellen richting de techniekbedrijven. Als bijvoorbeeld een logistiek bedrijf in je regio vraagt om vrachtwagenchauffeurs, dan denk je als eerste aan je basis en kader leerlingen M&T. Maar dit soort bedrijven vraagt ook om TL’ers die op een andere manier denken richting planning. Als school moet je vervolgens de wendbaarheid tonen om specifiek die TL’ers de mogelijkheid te bieden om ook hen de praktische werkmogelijkheden van M&T mee te geven. Met aanvullend de theoretische kennis om straks ook te kunnen plannen. Kortom, luister als vmbo-school naar de bedrijven en biedt vervolgens zichtbaar leerlingen aan die daar aan voldoen. Daarmee creëer je een bepaald vertrouwen waar beide partijen de vruchten van plukken.”