Belang van goed getimed exitgesprek
Leerlingen op het vmbo interesseren voor techniek is een topprioriteit van STO Twente. Met die eenmaal gewekte interesse is het vervolgens dé uitdaging om hen ook op het mbo voor een technische vervolgopleiding te laten kiezen. Verslag van een vruchtbare discussie tussen twee directieleden van een mbo-opleiding uit de praktijk die hier praktische ideeën voor hebben én Tom Blaauwgeers, projectleider Sterk Techniekonderwijs regio Hengelo: “Het uiteindelijke doel is: de beste keuze en de beste plek voor de vmbo-leerling.” Jan Willem Aardema van Bouwschool Twente: “We zien nagenoeg geen uitval van vmbo-leerlingen die hier hun mbo-opleiding voor een bouwberoep volgen. Dat geeft aan hoe potentieel belangrijk deze doelgroep is.”
Twentse jongeren technisch passend opleiden
Leo Benneker is in het Techniekhuis Twente verantwoordelijk voor de installatietechnische opleidingen vanuit Opleidingsbedrijf Installatiewerk (IW). Jan Willem Aardema is dit vanuit Bouwschool Twente voor de bouwberoepen timmerman, metselaar en tegelzetter. Ook ROC van Twente is gehuisvest in het Techniekhuis Twente, evenals de Schildersvakopleiding Hengelo. Hun centrale insteek? Mbo-onderwijs en technisch bedrijfsleven onder één technisch goed uitgerust dak samenbrengen. Bedoeld om Twentse jongeren goed opgeleid en met vakdiploma’s voor te bereiden op de regionale economie.
Gemêleerde toestroom
Jan Willem Aardema: “De toestroombevordering van techniekleerlingen vanuit het vmbo naar het mbo is een grote uitdaging. Neem Bouwschool Twente in het Techniekhuis Twente. Dit schooljaar noteren we zo’n 60 nieuwe leerlingen, 25 meer dan verleden schooljaar. Op zich is dit goed nieuws. Echter, van die 60 leerlingen komen er 17 vanuit BWI uit de vijf toeleverende vmbo-scholen in ons verzorgingsgebied. 14 leerlingen van die 60 hebben een andersoortige vmbo-vooropleiding zoals administratie of zorg. De rest is zij-instroom, zoals afstromers uit mbo 4, afgebroken havo, andere werkervaring en zelfs hbo’ers die na een jaar stoppen met hun opleiding en alsnog voor de praktische mbo-3 route kiezen om in het technisch bedrijfsleven te komen. Dus van die 60 komen er 31 leerlingen (17+14) vanuit het vmbo, de rest kent een diverse achtergrond. Dat baart ons enigszins zorgen. Vroeger was vmbo-mbo dé koninklijke route en vanuit ons perspectief zien we dit kantelen.”
Samenwerking vanuit STO Twente belangrijker dan ooit
Leo Benneker: “PIE geeft ongeveer een gelijk beeld. Dit schooljaar hebben we bijna 20 leerlingen uit het vmbo, meer dan bij BWI. En ten opzichte van verleden jaar betekent dit een stijging van 12 leerlingen. Daar zijn ook wij blij mee. Circa 75% van de toestroom naar IW komt vanuit het vmbo, de rest is zij-instromer. Ook die verhouding kan beter, denk ik.” Tom Blaauwgeers: “Die getallen bewijzen dat onze nieuwe samenwerking vanuit STO Twente heel belangrijk en actueel is om die toestroom vanuit het vmbo naar het technisch mbo te intensiveren.”
Eén-op-één met leerlingen in gesprek
Jan Willem: “Dé absolute kernvraag: waarop zijn de keuzes van vmbo-leerlingen voor de techniek gebaseerd? Op basis van die informatie kunnen we wellicht iets kunnen bedenken om meer invloed uit te oefenen op de keuzes van leerlingen aan het eind van hun vmbo-periode. Mijn aanbeveling om dit te bereiken is om eerder met leerlingen BWI en ook PIE een persoonlijk en diepgaand exitgesprek te voeren. Die thermometer moet er veel meer in. Met als kernvraag waarop leerlingen gedurende hun vmbo-opleiding de keuze baseren om wel of niet voor de bouw, installatietechniek of schildersector te kiezen. Ik denk dat we daarvan heel veel kunnen leren.”
Nog veel onbenut techniektalent
Leo: “Ik heb nu ook twee TL-leerlingen, één bijvoorbeeld vanuit het groen, dus je ziet dat leerlingen uit alle richtingen instromen. Ook daar zit nog veel onbenut techniektalent. Veel leerlingen doen PIE en als ze eenmaal voor de keuze staan om hun vervolgopleiding te kiezen, zie je dat circa de helft een niet-techniekrichting kiest. Dat tij moeten we zien te keren. Inderdaad, tijdig met deze leerlingen op het vmbo in gesprek gaan, één-op-één, juich ik toe.” Jan Willem: “Ook ben ik heel benieuwd naar de rol van de ouders in dit keuzetraject.”
Ook blijven monitoren op mbo
Tom: “Op het vmbo worden er al veel gesprekken met leerlingen gevoerd ten aanzien van hun keuze voor een vervolgopleiding. Maar ook zie ik een goede gelegenheid voor dit soort gesprekken als zij eenmaal op het mbo zitten. De kernvraag in mijn ogen is dan: wat maakt nou dat je hier bent? Met als doel: de beste keuze en de beste plek voor de vmbo-leerling.” Leo: “99% van de vmbo-leerlingen die bij opleidingsbedrijf Installatiewerk (IW) instroomt behaalt zijn of haar diploma.” Jan Willem: “We zien nagenoeg geen uitval van vmbo-leerlingen die in het Techniekhuis Twente hun vervolgopleiding techniek doen. Dat geeft aan hoe potentieel belangrijk deze doelgroep is voor de technische sector.”