Deelnemende bedrijven aan het woord
Tijdens de partnerbijeenkomst op 16 mei dachten ook meerdere bedrijven constructief mee. Met twee ervan gaan we in dit artikel graag de diepte in: hoe kijken zij naar de samenwerking met STO Twente en welke mogelijkheden zien zij voor de komende STO-jaren?
Clemens Veldhuis, directeur van Huima Specials B.V.:
‘’In de samenwerking tussen techniekbedrijven en STO Twente liggen nog tal van mogelijkheden die we beter kunnen benutten.”
Clemens Veldhuis is directeur van Huima Specials B.V. uit Enschede. Al meer dan 75 jaar ontwikkelt en produceert Huima Specials hoogwaardige aandrijvingen en aandrijfcomponenten. Dit innovatieve bedrijf is actief in onder andere de kassenbouw, intensieve veeteelt, marine en offshore. Huima Specials participeert vanaf de prille start in STO Twente. Ook deed Clemens enthousiast mee met de partnerbijeenkomst van STO Twente op 16 mei. Waarom?
Clemens: “Het belangrijk om veel energie te stoppen in STO Twente en dus ook in deze partnerbijeenkomst. Zowel voor de continuïteit van de maakindustrie alsook voor Huima Specials Zodat we in Nederland en dus ook in Twente over 10, 20 jaar nog steeds mooie, innovatieve producten kunnen maken met genoeg en goed opgeleide vakmensen.”
Hybride instructeur vrijgemaakt
Huima Specials haakte bij de start van STO Twente direct aan. Hoe verliep de samenwerking met STO Twente in de afgelopen jaren? Clemens: “Een heel mooi voorbeeld is dat een collega bij ons, een vakman in verspanen, één dag in de week als hybride instructeur les geeft op het Enschedese Bonhoeffer College. Dat is onze concrete bijdrage om vmbo-leerlingen nu al de fijne kneepjes van het vak van verspanen en frezen mee te geven. Of op z’n minst deze leerlingen te laten ervaren wat deze specialismen inhouden. Ook denken we regelmatig mee in allerlei brainstormsessies om het vmbo-onderwijs nog beter te laten aansluiten op de praktijk van wat het mkb in Twente, en eigenlijk in heel Nederland, nodig heeft.”
Mogelijkheden beter benutten
Wel denkt Clemens dat er nog meer gehaald kan worden uit de samenwerking tussen het Twentse technische bedrijfsleven en de scholen en opleidingsinstituten. Clemens: “Daar liggen nog tal van mogelijkheden die we beter kunnen benutten, maar het moet wel van twee kanten komen. Het bedrijfsleven zou nog meer stappen kunnen zetten om bij dit soort initiatieven aan te haken. Huima Specials is in ieder geval heel bewust bezig met het aanhaken bij dit soort initiatieven.”
Creatieve inbreng voor ander soort stages Clemens deed mee met de brainstorm tijdens de partnerbijeenkomst op 16 mei. Welk idee bracht hij in? “Het belangrijkste en het eenvoudigst te realiseren idee is om de stages die scholen organiseren breder te maken. Dus, zoek de samenwerking met meerdere bedrijven die elk een bepaald aspect in de techniek bedienen. Zoals een bedrijf als wij dat bezig is met draaien en frezen, maar zoek er dan ook een bedrijf in de installatietechniek bij, of in de plaatbewerking of bankwerken. Daarmee krijgt je stage in korte tijd veel meer rendement voor de leerlingen omdat zij heel efficiënt kennismaken met meerdere kanten van de techniek. Dit vergroot de kans dat er iets tussen zit wat de vmbo-leerlingen aanspreekt.”
Paul Wolbers van Vennegoor Installatie:
“Het is essentieel dat we jonge technici met plezier naar hun werk laten gaan”
Paul Wolbers is bij Vennegoor Installatie in Weerselo verantwoordelijk voor K.A.M. Hij nam met volle inzet deel aan de partnerbijeenkomst van STO Twente op 16 mei: “We hebben fantastische techniekvakgebieden in Twente. Vennegoor Installatie wil voor de volle 100% haar concrete bijdrage leveren om jongeren te enthousiasmeren om zich daarbij aan te sluiten. We steken daar vanuit ons bedrijf graag heel veel moeite en energie in en met plezier!”
Breed meedoen
Paul geeft concrete voorbeelden van die inzet: “ We hebben praktijklessen gegeven op het Twents Carmel College aan de Potskampstraat en doen mee met Techniek Tastbaar in Oldenzaal, Almelo en Hengelo. Maar ook zijn we present op de techniekmarkt op ROC van Twente. Alles waar we ons gezicht kunnen laten zien, daar sluiten we ons bij aan. Een bijkomend voordeel daarvan is dat leerlingen ons herkennen en bij ons stage willen lopen. Binnen Vennegoor hebben we heel veel techniekrichtingen onder één dak, dat maakt de keuze voor stagiairs ook al makkelijker. We steken veel energie in het vmbo en beginnen eigenlijk al in het basisonderwijs met het wekken van interesse voor techniek. We hebben in ons bedrijf een eigen innovatiecentrum ingericht. Leerlingen uit het basisonderwijs kunnen hier heel laagdrempelig en spelenderwijs kennismaken met techniek.”
Tandje bij zetten
STO Twente is al enkele jaren volop actief. Hoe kijkt Paul daarop terug? “We hebben geëvalueerd en vanuit Vennegoor Installatie vinden we wel dat de techniekbedrijven nog meer integratie kunnen vinden met STO Twente en dan specifiek nog meer verwevenheid met de vmbo-scholen. Neem het hybride leren: wij gaan naar de scholen of zij komen naar ons. Maar dit kan nog intensiever zodat we uiteindelijk samen voor Twente op één geïntegreerd verhaal uitkomen. Beide partijen kunnen nog een tandje bij zetten door meer het gesprek met elkaar op te zoeken. Tijdens het brainstormen bij de partnerbijeenkomst hebben we dit nog eens benadrukt. Niet alleen Vennegoor denkt dat, want uit de meerdere bedrijfsbijeenkomsten van de laatste tijd maak ik op dat meer bedrijven er zo over denken. Overigens vind ik het heel mooi om te zien dat ook veel andere techniekbedrijven zich voor STO willen blijven inzetten en met STO Twente in gesprek gaat over nog onbenutte kansen.”
Eigen innovatiecentrum
Vennegoor Installatie geeft in haar eigen bedrijf technische mbo’ers graag alle ruimte en kansen. Paul: “We hebben daar binnen ons bedrijf vele mooie voorbeelden van. Elke jonge techniekmedewerker willen we graag op de werkplek plaatsen waar hij of zij zich gelukkig voelt. Negen van de tien stagiaires bij ons krijgen uiteindelijk een leer-/arbeidsovereenkomst op basis van BOL of BBL en een loopbaanplanning.” Tot slot heeft Paul nog een aanbeveling: “We moeten niet alleen veel energie steken in het vmbo-leerlingen de techniek ín krijgen maar hen, eenmaal daar, ook zien te behouden. Heb je hen eenmaal binnen? Blijf deze jonge technici dan ook volop aandacht en begeleiding geven, anders verlies je hen uiteindelijk weer. Dit vergt onder andere een goede match met de praktijkbegeleider. Het is essentieel dat we jonge technici met plezier naar hun werk laten gaan. Dan komt het leren vanzelf wel.”