Partners denken productief mee in plannen STO Twente 2025 tot en met 2028
Overal binnen STO Twente wordt volop gebrainstormd voor de STO-plannen voor de nieuwe periode 2025 t/m 2028. Zoals uiteraard binnen de vijf subregio’s van STO Twente zelf. En overkoepelend organiseerde programma manager Marieke Rinket eerder twee bijeenkomsten onder de titel ‘Profiel meets Profiel’. Op 16 mei was het de beurt aan een drukbezochte partnerbijeenkomst bij het gastvrije ROC van Twente. Het was een mooie, verbindende bijeenkomst. Fijn om de brede betrokkenheid bij STO Twente te constateren.
Rijk geschakeerd gezelschap
De partnerbijeenkomst telde meer dan 50 deelnemers. Naast vele vertegenwoordigers vanuit STO Twente, kenmerkte de bijeenkomst zich door een rijk geschakeerd gezelschap van participerende techniekbedrijven, bedrijfsvakscholen en partners zoals TechYourFuture, Twente Board en TechWise. Marjan Weekhout is penvoerder STO Twente en voorzitter Stuurgroep STO Twente. In haar inspirerende inleiding riep zij alle deelnemers op hun ideeën de vrije loop te laten: elk idee was welkom!
Terugblik smaakt naar meer
Vervolgens nam Marieke Rinket alle deelnemers mee op een reis langs de vele activiteiten van STO Twente uit de afgelopen jaren. Geen opsomming van getallen, maar een veelzijdige presentatie aan de hand van de vele nieuwsartikelen die inmiddels over STO Twente zijn gepubliceerd. Twee activiteiten kregen extra aandacht zoals de presentatie vanuit Emondt Koeltechniek over hun samenwerking voor het keuzevak Koeltechniek met de subregio Enschede. Ook lichtte de subregio Oldenzaal toe hoe je succesvol én structureel het basisonderwijs in je Technolab binnenhaalt.
Aan de slag!
In groepjes, geleid door tafelheren en -dames, sloegen de partners aan het brainstormen. Niet lukraak, maar aan de hand van vier thema’s: 1. Hoe kunnen we de in- en doorstroom in het technisch vmbo nog verder versterken? 2. Hoe kunnen we buitenschools/hybride leren verder versterken? 3. Hoe kunnen we het netwerk en de activiteiten van STO Twente borgen en verduurzamen na 2028? 4. Waar hebben we nog niet aan gedacht en zouden we echt moeten opnemen in ons programma vanaf 2025? De brainstorms bleken productief én tal van verrassingen op te leveren, zo bleek uit een korte presentatie van de deelnemers per thema.
Edo Regtop is vanuit de landelijke ondersteuning van Sterk Techniekonderwijs actief als projectleider en geeft samen met zijn collega’s vorm aan het landelijke STO-programma en helpt bij het ondersteunen van de 78 STO-regio’s. Ook Edo participeerde actief in de partnerbijeenkomst: “Ik vind het belangrijk om aan dit soort bijeenkomsten deel te nemen, zoals deze partnermeeting van STO Twente, om goed te weten wat er in de regio’s speelt.”
“Ik hoor wat er speelt en zie hoe STO Twente en haar vijf subregio’s aan de slag gaan met de planvormingsfase voor 2025 t/m 2028. STO Twente is één van de grootste STO-regio’s in Nederland, dit maakt het extra interessant om hieraan deel te nemen. Ik ervaar het als zeer positief dat STO Twente met vijf subregio’s echt één regio ademt. De partnerbijeenkomst straalt de Twentse regio uit; enerzijds biedt het op regio breed niveau een groter programma met stevige kaders langs de programmalijnen. Tegelijkertijd biedt het ruimte aan de subregio’s om hieraan hun eigen invulling te geven en zag je dat de subregio’s ook vanuit een ‘ons-verhaal’ deelnamen aan de partnerbijeenkomst. STO Twente vraagt dus nadrukkelijk input vanuit de subregio’s. Een hele mooie ontwikkeling, er wordt echt over de schoolgrenzen heen gekeken en dus ook over de subregionale grenzen. Ik ben enthousiast over de gezamenlijkheid die de partnerbijeenkomst uitstraalde.”
Tijdige planvorming brengt rust
Tot slot benadrukt Edo nog een facet dat hem opvalt: “Het proces van de planvorming voor de periode 2025 t/m 2028 is bij STO Twente al vroeg gestart. Dus ligt er ook ruim op tijd voor de zomervakantie een conceptplan met draagvlak vanuit de vijf subregio’s. Landelijk gezien loopt STO Twente voorop in de planning. Dit geeft rust en daardoor hoeft er in de zomervakantie niet halsoverkop gewerkt te worden; de inhoud staat er op tijd.”
Vervolg
De vijf subregio’s gaan nu verder met de opbrengsten aan de slag om te kijken welke thema’s en suggesties we meenemen in de nieuwe plannen die voor 1 oktober ingeleverd moeten zijn.