295 items gevonden
- Tips en voorbeelden voor de planvorming 2025 tot en met 2028
Tips en voorbeelden voor de planvorming 2025 tot en met 2028 De subregio’s van STO Twente maken volop plannen voor de periode 2025 t/m 2028. 1 mei is een eerste deadline, voor conceptplannen, maar ook in de maanden daarna wordt er nog aan de nieuwe plannen gewerkt. Ter ondersteuning geeft dit artikel een aantal tis, tools én mooie voorbeelden van activiteiten in andere STO-regio’s in Nederland. Laat je inspireren! Overzicht VMBO Carrousels Vmbo carrousels zijn series praktische opdrachten die leerlingen uitvoeren op hun eigen school, bij een (leer)bedrijf en op het mbo. Elke carrousel heeft zijn eigen onderwerp, zoals voedseltechnologie, beton of mobiele werktuigen. Doel van de opdrachten op wisselende locaties is kennismaken met de 7 werelden van techniek, met beroepen en met verschillende technische opleidingen in de regio. De scholen, leerbedrijven, bedrijven en mbo-instellingen helpen met deze LOB-activiteit de leerlingen zich goed te voorbereiden op de keuze voor een vervolgstudie. https://www.techportal.nl/vmbo-carrousels Kid4Twente: samenwerken met basisonderwijs Kids4Twente daagt scholen in Twente uit met onderwijsontwikkeling op het snijvlak van wetenschap, technologie en duurzaamheid. wil je meer samenwerken met het basisonderwijs? Ook daarin helpt Kids4Twente je op weg. www.kids4twente.nl Meer meisjes in de techniek VHTO, Expertisecentrum Voor Haar Technische Ontwikkeling, lanceerde de campagne ‘fix the system, not the girls’ om aandacht te vragen voor hordes die meiden op hun weg naar techniek en IT kunnen tegenkomen. Wil je weten wat jij vanuit STO Twente kan doen om het systeem te fiksen? Kijk dan op www.vhto.nl/hordes Ook handig: www.wij-techniek.nl/meiden-in-de-techniek/ Laatste technologische trend in het onderwijs De belangrijkste technologische trends in het onderwijs vind je op: https://www.kennisnet.nl/publicaties/belangrijkste-technologische-trends-voor-het-onderwijs/?utm_source=nb231114&utm_medium=email&utm_campaign=techtrends Reflecteren samenwerking stakeholders De Samenwerkingstool op de landelijke site van STO https://www.sterktechniekonderwijs.nl/inspiratie/samenwerkingstool/ kan helpen om samen met betrokken stakeholders uit jouw subregio te reflecteren op de samenwerking van de afgelopen periode. Handig om te bepalen of extra aandacht of interventies nodig zijn en om afspraken te maken over het ‘hoe nu verder?’. Borging Hoe staat het met de borging in jouw subregio? Zijn we hierover tevreden? Denk bij het schrijven van je activiteitenplan alvast na hoe je gaat monitoren en evalueren. Graag geven we je enkele tips over monitoring en evaluatie zoals die aan de regio- en projectleiders van STO Twente al zijn gepresenteerd: · Wat wil je bereiken en hoe ga je dat evalueren (meetbaar of merkbaar)? · Hoe ga je dit vastleggen? · Wat doe je met de resultaten? · Wie gaat dat doen en welke ondersteuning heb je nodig? Leer van onderzoek en ervaringen van andere regio’s Elke subregio binnen STO Twente heeft ervaring opgedaan met de uitvoering van het programma en met succesvolle en minder succesvolle activiteiten. Ben je op zoek naar inspiratie vanuit andere regio’s? Kijk dan naar: www.sterktechniekonderwijs.nl/wp-content/uploads/sites/2/2024/03/Monitor-en-evaluatieonderzoek-Sterk-Techniek-Onderwijs-STO-2024.pdf Mooie voorbeelden van activiteiten in andere STO-regio’s in Nederland Graag geven we je een selectie van interessante activiteiten buiten STO Twente. Misschien brengen deze je op een idee voor Twente! Een visuele gids voor Sterk Techniek Onderwijs Apeldoorn/Epe: Ontdek onze praatplaat! Om het bewustzijn en begrip van techniekonderwijs te vergroten, heeft Sterk Techniek Onderwijs Apeldoorn/Epe een innovatieve praatplaat gelanceerd. Dit visuele hulpmiddel is ontworpen om het programma op een heldere en toegankelijke wijze te presenteren. www.sterktechniekonderwijs.nl/regio/apeldoorneo/nieuws/een-visuele-gids-voor-sterk-techniek-onderwijs-apeldoorn-epe-ontdek-onze-praatplaat/ Recyclemonster verbindt talenten van PO en VO in techniekonderwijs Een prikkelend techniekprogramma dat de mogelijkheden van de eigen klas overstijgt; dit was de motivatie van de leerkrachten basisonderwijs Roy Mol (SKOWF) en Jan Dekker (Allure). Echter, zij zijn werkzaam bij verschillende schoolbesturen. Tot voor kort bleek dit vaak een beperking bij het uitrollen of opschalen van technisch onderwijs. Binnen de netwerkorganisatie TechniekPact West-Friesland leerden zij elkaar en elkaars kwaliteiten beter kennen. https://www.sterktechniekonderwijs.nl/regio/techniekpactwestfriesland/nieuws/recyclemonster-verbindt-talenten-van-po-en-vo-in-techniekonderwijs/ Waardevolle samenwerking Saman met afdeling PIE van Pieter Zeeman Lyceum Dit schooljaar is bij de afdeling PIE van het Scholengroep Pontes Pieter Zeeman Lyceum het keuzevak Duurzame Energie toegevoegd aan het aanbod van keuzevakken. www.sterktechniekonderwijs.nl/regio/stozeeland/nieuws/waardevolle-samenwerking-saman-met-afdeling-pie-van-pieter-zeeman-lyceum/ Leerlingen Actief College maken Voorleesboom voor basisschool De leerlingen die het BWI-profiel volgen bij het Actief College in Oud-Beijerland krijgen in het derde leerjaar tweemaal een ‘vrije opdracht’. Daarbij mogen ze helemaal zelf kiezen wat ze gaan maken. Voorwaarde is wel dat ze zichzelf én de docenten uitdagen door iets te doen wat ze nog nooit gedaan hebben. www.sterktechniekonderwijs.nl/regio/hwengo/nieuws/leerlingen-actief-college-maken-voorleesboom-voor-basisschool/ West-Brabant Midden brengt balans tussen inhoud en gedrag Om de programmadoelen daadwerkelijk te behalen is er meer nodig dan alleen goede onderwijsinhoud. Sterk Techniekonderwijs regio West-Brabant Midden (Techniektalenten) besteedt daarom naast de implementatie van de ontwikkelde activiteiten en onderwijs, veel aandacht aan de voorwaarden die nodig zijn om succesvol te veranderen. www.sterktechniekonderwijs.nl/regio/westbrabantmidden/nieuws/west-brabant-midden-brengt-balans-tussen-inhoud-en-gedrag/ Wil je zelf op zoek gaan naar mooie voorbeelden uit andere regio’s? Brows dan door tientallen mooie praktijkvoorbeelden van je collega’s buiten Twente via www.sterktechniekonderwijs.nl/laatste-nieuws-uit-de-regio/ MENU
- Vruchtbare brainstorm STO subregio Rijssen Holten voor toekomst STO
Vruchtbare brainstorm STO subregio Rijssen Holten voor toekomst STO Ook de STO subregio Rijssen-Holten is volop actief met plannen maken voor STO 2025 t/m 2028. Eerder werd het aan STO deelnemende basisonderwijs, samen met het bedrijfsleven, uitgenodigd voor een brainstorm. Op 23 april verzamelden alle deelnemende scholen voor voortgezet onderwijs zich in Kampus in Rijssen. Dennis Boshoeve is de projectleider voor de subregio Rijssen-Holten. Hij organiseerde mede deze brainstorm, inspirerend ingeleid door Marye Teunis-Top, directeur onderwijs op De Waerdenborch en de STO regioleider voor de subregio Rijssen-Holten. Vier deelnemende scholen De vier deelnemende scholen voor voortgezet onderwijs in de subregio Rijssen-Holten zijn De Waerdenborch in Goor en Holten en CSG Reggesteyn, Pius X College en de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Rijssen. Goed nieuws is dat in de nieuwe STO-periode 2025 t/m 2028 de beide laatste scholen intensiever zullen aanhaken, na een eerdere periode meer in de luwte. Dit zal de samenwerking in de STO subregio Rijssen-Holten alleen maar versterken. Route van het proces Marye Teunis-Top verzorgde de inleiding met uitleg over het proces. De ideeën uit de brainstorm van 23 april gaan mee in de eerste planvorming voor geheel STO Twente. Op een later tijdstip zal de subregio Rijssen-Holten de geopperde suggesties concreet uitwerken langs de parameters planning, inhoud en budgetten. Aan de slag! Vervolgens riep Dennis de deelnemers op groepjes te vormen, met als insteek per groepje zoveel mogelijk een mix te maken van meerdere scholen. De groepjes kregen de uitnodiging om volledig vrij te brainstormen aan de hand van drie vooraf geformuleerde vragen. Elke vraag stond op een groot vel papier met de gelegenheid de antwoorden per vraag te noteren. De vragen zelf? Op welke wijze ga jij een bijdrage leveren aan ‘techniek van de toekomst’?, op welke wijze zou je techniek (meer) kunnen implementeren in het curriculum van je vak? En tot slot: op welke manier zou het netwerk rondom techniekonderwijs versterkt kunnen worden? Inspirerende opbrengst Na afloop van de brainstorm kregen de groepjes de gelegenheid hun ideeën plenair te presenteren. Te veel om hier op te noemen, maar enkele suggesties sprongen eruit: meer uitwisseling tussen de scholen vanuit een database van bewezen methoden en materialen om techniek te promoten bij leerlingen. Ook zou het mooi zijn als er meer ruimte en tijd komt voor docenten om goed te kunnen focussen op STO-activiteiten, naast het al drukke curriculum. Ook een suggestie: meer inzichtelijk krijgen hoe je financiële ondersteuning kunt organiseren voor je ideeën en activiteiten onder de paraplu van STO Twente. En over financiën gesproken: het zou een goed idee zijn om allerlei abonnementen zoals op digitale lesmaterialen te bundelen en zo korting te krijgen. Al met al een brainstorm met twéé opbrengsten: nieuwe ideeën en een nadere kennismaking tussen de collega’s van de vier deelnemende vo-scholen. MENU
- Pilot nieuwe invulling Girls Day aan alle kanten geslaagd
Pilot nieuwe invulling Girls Day aan alle kanten geslaagd Hoewel iets later gepland dan de landelijke Girls’ Day: de gezamenlijke pilot op 23 april van Girls’ Day 2024 door ROC van Twente en De Waerdenborch was een verfrissend succes. In deze nieuwe invulling rouleerden de meiden in een carrousel een dag lang langs drie workshops onder leiding en organisatie van Ynske van der Meulen, samen met de vmbo-mbo coördinatoren van ROC van Twente. Zij is docent Natuur en Techniek aan De Waerdenborch. Dankzij heel veel inzet en praktische begeleiding van docenten, de vmbo-mbo coördinatoren én leerlingen van ROC van Twente verliep deze nieuwe invulling van Girls’ Day gesmeerd. Opnieuw bewees ROC van Twente een actieve STO-partner te zijn! Compleet beeld van techniekmogelijkheden 37 meiden deden mee uit de eerste klas vmbo van de Waerdenborch uit zowel Goor als Holten. Zij volgden in drie groepen in totaal drie workshops, bedoeld om hen een compleet beeld te geven van alle technische opleidingen op ROC van Twente in Hengelo. Bij de workshop Elektrotechniek soldeerden zij een elektronische dobbelsteen. De meiden leerden wat stroom en spanning is en experimenteerden met het bouwen van schakelingen. In de opleiding tot Technicus Engineering komen werktuigbouwkunde en mechatronica samen. De opdracht hier reflecteerde die combinatie heel praktisch door het bouwen van een tafellampje van metaal en elektra. Bij de workshop Installatietechniek stonden fitten en knellen centraal met als resultaat een fotostandaard. Ynske: “Deze workshops zijn typisch iets voor meiden. Op dit soort werk kunnen zij zich concentreren en ze zien resultaat van hun inzet.” Veelzijdige ondersteuning John Nijenhuis van ROC van Twente is één van de twee vmbo-mbo coördinatoren en nauw betrokken bij deze Girls’ Day: “Het is heel belangrijk om deze meiden bij ons over de vloer te krijgen. Ze krijgen al een beetje de sfeer mee van hoe het op het mbo is, ook al zitten ze nu nog in de eerste klas van het vmbo. In één moeite door komen ze in aanraking met techniek. Onze kernboodschap? Van techniek kreeg je vroeger vieze handen, maar nu hoeft dat beslist niet meer. Ook laten we ze in drie workshops zelf ontdekken dat techniek echt óveral is.” Meiden brengen andere teamdynamiek Gerben Diersen is de collega vmbo-mbo coördinator van John: “ROC van Twente wil graag meer meiden interesseren voor techniek. Daarbij maakt het niet uit wélke techniek, als ze er maar een keertje mee in aanraking zijn gekomen. Daar is deze Girls’ Day ideaal voor. Een specifieke keuze kunnen ze later altijd nog maken.” Ook benadrukt Gerben dat vrouwen in een techniekteam een goede en andere dynamiek met zich meebrengen: “Daar komt bij dat vrouwen motorisch verfijnder zijn, heel nuttig bij onder ander lassen.” Inzet MBO-leerlingen Meer dan tien techniekleerlingen van ROC hielpen mee met de workshops, waaronder ook een aantal meiden. John: “Ooit besloten zij: techniek ís het voor mij, en door te helpen tijdens deze Girls’ Day proberen zij dit vonkje over te brengen op de meiden van De Waerdenborch.” Neem de 18-jarige Ype: “Ik doe de opleiding Technicus Engineering Elektrotechniek niveau 4 en zit in het derde jaar. Wanneer bij mij het kwartje voor techniek viel? Bij ons thuis heb ik altijd oude elektronica uit elkaar gesloopt.” Ook de 17-jarige Lieke hielp mee. Zij volgt de opleiding Technicus Engineering Elektronica niveau 4, eerste jaar: “Ik ben thuis opgegroeid met techniek. Natuurlijk, we willen meer meiden in de techniek, maar het moet je wel liggen. Je moet het kunnen en sterk in je schoenen staan.” Het allerbelangrijkste: áárdigheid hebben in techniek Tom Blokhuis is docent Installatietechniek op ROC van Twente en begeleidde de workshop Installatietechniek: “Installatietechniek is niet langer een mannenberoep. Maar ook hier geldt: de interesse voor techniek moet wel uit de meiden zelf komen. Tijdens deze workshop zie je snel welke meiden er aardigheid in hebben, want dát is het allerbelangrijkste!” Zoë: “Na andere opleidingen, onder andere mechatronica, koos ik uiteindelijk overtuigd voor de richting werktuigbouwkundige installaties en zit ik in leerjaar 3, mijn examenjaar. Mijn vader was loodgieter en door met hem een dagje mee te lopen en een baantje bij een installatiebedrijf viel het kwartje voor mij. Hopelijk inspireer ik ook deze vmbo-leerlingen voor installatietechniek!” Veel tegelijk leren De workshop Technicus Engineering werd georganiseerd door Ingrid Broens, en in de uitvoering geassisteerd door Miryam Bulut. Miryam: “In deze workshop leren de meiden allerlei zaken: tekening lezen, de opdracht uitvoeren én letten op kwaliteit en veiligheid.” Anne Kienhuis zit in het eerste leerjaar van Technicus Engineering. Ook zij ondersteunde enthousiast de leerlingen in de workshop: “De zorg heeft mij nooit gelegen. Eerst deed ik IT en tijdens een stage bleek dit toch niet mijn ideale keuze en koos ik voor Elektrotechniek. Mijn ervaringen zijn positief, ook op stage bij een installatiebedrijf. Iedereen wil mij helpen.” Ingrid Broens is docent Elektrotechniek bij ROC van Twente: “Rond mijn twaalfde deed ik een test die aangaf dat ik best technisch was. Toen had je natuurlijk geen Girls’ Day en workshops en moest je alles zelf ontdekken. En nu mag ik het overbrengen op de jonge generatie meiden!” ROC van Twente…bedankt! Ynske van der Meulen dankte tot slot de collegiale inzet van de docenten, vmbo-mbo coördinatoren én leerlingen van ROC van Twente. Zij maakten deze Girls’ Day, samen met al het werk dat de meiden zelf verstouwden, tot een klinkend succes, inclusief lunchpakket voor alle deelnemers. Het wás een pilot, maar deze insteek smaakt naar meer. ROC van Twente…bedankt! MENU
- Twee Twentse PIE leerlingen scoren fantastisch in landelijke finale laswedstrijden vmbo en praktijkscholen
Twee Twentse PIE leerlingen scoren fantastisch in landelijke finale laswedstrijden vmbo en praktijkscholen Maar liefst twee leerlingen van vmbo-scholen onder de vlag van STO Twente deden mee met de superspannende landelijke finale laswedstrijden vmbo en praktijkscholen. Knap hoe zij doordrongen tot de laatste negen kandidaten van dit spraakmakende nationale event, georganiseerd door het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) en STO-partner SMEOT op dinsdag 12 maart. We mogen trots zijn op deze lassers voor de Twentse techniektoekomst waarvan Ivo Lubbers van CSG Reggesteyn met MAG-lassen een 8,5 gemiddeld voor alle lassen haalde én daarmee winnaar werd op dit onderdeel! Rens Geerdink van Twents Carmel College scoorde fantastisch met een derde plaats TIG-lassen. Gefeliciteerd! Regionale voorrondes Op de eerdere regionale voorrondes werd een niveau 1 werkstuk gelast. Voor MAG bestond dit uit één werkstuk met meerdere lassen. Voor het TIG-lassen betrof het meerdere werkstukken. De deelnemers aan de landelijke finale kwamen uit alle regionale voorrondes als besten uit de bus. Meteen ook een ideaal moment voor de deelnemers om hun felbegeerde NIL niveau 1 diploma te behalen. Op de wedstrijddag voor de praktijk en op een later moment werd hiervoor de theorie getoetst van dit aanstormend talent. Landelijke ontknoping! Op dinsdag 12 maart volgde de zinderende ontknoping tijdens de landelijke finale laswedstrijden vmbo en praktijkscholen. De uitslag? Daar mogen STO Twente, de deelnemende vmbo-scholen, alle docenten PIE én vooral de deelnemende leerlingen trots op zijn! Ivo Lubbers van scholengemeenschap Reggesteyn werd zelfs de 1stebij het onderdeel MAG-lassen. Uitslagen landelijke finale: * 1ste MAG-lassen: Ivo Lubbers van scholengemeenschap Reggesteyn * 2de MAG-lassen: Laurens Meuleman van Jacobus Fruytier scholengemeenschap * 3de MAG-lassen: Ide Mieras van het Calvijn College * 1ste TIG-lassen: Iman Deurloo van het Calvijn College * 2de TIG-lassen: Bridget Prins van Ubbo Emmius Praktijkonderwijs * 3de TIG-lassen: Rens Geerdink van Twents Carmel College Ivo Lubbers: winnaar MAG-lassen Winnaar MAG-lassen was Ivo Lubbers, hij zit in leerjaar 4 van het profiel M&T. Zijn begeleider is Patrick de Kleijn, PIE docent op CSG Reggesteyn: “M&T telt onder andere het keuzedeel lassen en Ivo sprong eruit. We hebben hem gekoppeld aan het bedrijf Van den Brink Staalbouw. Zij hebben Ivo naar een nog hoger niveau begeleid, en helpen voorbereiden op deze landelijke finale tijdens de voorrondes. Uiteindelijk kwam hij in de regionale kwalificatieronde in Groningen als beste uit de bus.” Veelzijdige beoordeling door ervaringsdeskundige jury De tweekoppige jury bestond uit oud-winnaars van deze landelijke wedstrijd die zelf ook ooit op het vmbo zijn gestart met lassen. Jos van Helden is PIE docent aan het Twents Carmel College en begeleider van Rens Geerdink: “Zij beoordeelden de werkstukken op heel veel fronten, van tekening lezen tot en met maatvoering en lengte van de lassen, maar ook orde en netheid tijdens en na het lassen en het naleven van de regels rondom persoonlijke beschermingsmiddelen.” Rens Geerdink nam deel aan het TIG-lassen en behoort met zijn derde plaats nu ook tot de top van Nederland: “Vooral door mijn oom ben ik geïnspireerd om te gaan lassen, lassen vind ik leuk. Vanuit school heb ik mij bij SMEOT goed kunnen voorbereiden. De opdracht voor de landelijke finale was om een houtkachel te maken. In de morgen konden we het werkstuk op locatie bij SMEOT in elkaar hechten, ’s middags deden we het lassen zelf.” Ook veel geleerd tijdens stage Jos van Helden: “Rens stak er tijdens de laslessen op school met kop en schouders bovenuit. Uiteraard begeleiden we hem, maar we hebben vooral zijn talent zelf het werk laten doen.” Rens loopt ook stage bij Van den Barg carrosserie- en wagenbouw: “Daar las ik rvs en staal. Ook leer je meteen hoe het in het bedrijfsleven gaat.” Jos: “Al tijdens de regionale voorrondes die hij won voor TIG-lassen haalde Rens zijn diploma voor TIG-lassen, samen met twee klasgenoten van TCC.” Complimenten voor organisatie Complimenten namens STO Twente voor Eddy ter Beest, praktijkdocent constructie, plaatwerk en lastechniek bij SMEOT. Samen met zijn collega’s, en uiteraard NIL, organiseerde hij deze landelijke finale voor vmbo en praktijkonderwijs voor de eerste keer. Eddy: “Wat mij heel goed doet, is dat er veel familie meekwam om te supporten. Zo was er een opa van een kandidaat helemaal uit Zeeland meegekomen en die zei: “Ik ben een hele trotse opa.” Dat is toch goud waard? Ook daar doen we het voor.” Mooi om te melden is dat er ook een meisje meedeed vanuit het Praktijkonderwijs uit de collega-STO regio waar Stadskanaal onder valt. Doet ook jouw Twentse vmbo-school volgend jaar mee? Wat is Eddy’s advies voor vmbo-scholen in Twente die volgend jaar ook mee willen doen met de voorronden en misschien wel de landelijke finale? Eddy: “Heel eenvoudig: bel mij en we overleggen over de mogelijkheden om hierin samen op te trekken voor alle voorbereidingen met SMEOT.” Tot slot: heeft Eddy nog een tip voor PIE-docenten om jong lastalent op het vmbo te spotten? “Echt lastalent heeft doorzettingsvermogen. Leren lassen lukt nooit direct, je moet de mentaliteit hebben om altijd een stapje beter te willen worden. Op die manier kunnen PIE-docenten lastalent spotten.” MENU
- Nieuwe middelen voor technische profielen TCC werken motiverend, praktijkgerichter en uitdagend voor leerling en docent
Nieuwe middelen voor technische profielen TCC werken motiverend, praktijkgerichter en uitdagend voor leerling en docent De STO subregio Oldenzaal schafte dankzij STO Twente tal van middelen aan om het techniekonderwijs te verbeteren voor de profielen PIE, BWI en M&T. Wat is er precies op het Twents Carmel College (TCC) vernieuwd? Wat merken de leerlingen hiervan? En helpt dit de doelen van STO beter realiseren? Drie docenten PIE, BWI en M&T geven hun visie nu STO Twente enkele jaren op streek is en een nieuwe subsidieperiode voor de deur staat. Actief geïnvesteerd Nico Kuipers is vakgroep voorzitter van de afdeling Mobiliteit & Transport van TCC: “Ik ben verantwoordelijk voor het Techniekplein van M&T en geef ook les. Verder doe ik aan onderwijsontwikkeling en ben ik verantwoordelijk voor de goede onderlinge samenwerking met alle collega’s in het belang van de leerlingen.” Peter Löwik: “Ik ben ook vakgroep voorzitter, maar dan voor BWI en voor dit profiel tevens actief als docent. Op TCC draai ik nu mijn tweede jaar en werkte ik eerder 17 jaar bij CSG Reggesteyn in Rijssen. We hebben de laatste twee jaar veel geïnvesteerd in BWI om deze afdeling tot bloei te laten komen, bijvoorbeeld in nieuwe machines zoals een lasersnijder en meer. Dit werpt inmiddels zijn vruchten af, want het aantal leerlingen bij BWI neemt toe evenals het aantal meiden daarbinnen, ook een belangrijke doelgroep van STO Twente. We merken dat deze investeringen écht werken.” Maurits Westerik is vakgroep voorzitter PIE en vervult binnen PIE dezelfde taken als Peter en Nico binnen hun profiel. Aanstelling instructeur geeft vernieuwingsruimte Maurits: “Toen STO Twente startte is voor de afdeling PIE een CNC kantbank aangeschaft. Nu zijn we bezig met vernieuwingen zoals freesmachines, en het moderniseren van het Technieklokaal met nieuwe werkbanken. Ook laten we bepaalde machines frisser ogen door een verfbeurt evenals een vernieuwd en opgefrist entree tot het Technieklokaal waardoor je écht ziet dat je de afdeling PIE betreedt.” Ook noemt Maurits het aantrekken van een instructeur, mogelijk gemaakt door STO Twente. Maurits: “Deze brengt niet alleen actuele bedrijfskennis mee voor de leerlingen. Als de instructeur aan het werk is met de leerlingen is er ook tijd beschikbaar om te investeren in het lokaal. Het vrijmaken van iemand en daar tijd aan geven om het Technieklokaal te moderniseren zien we als een enorme aanwinst. Dan merk je écht de concrete resultaten van vernieuwing.” Eigen elektrische auto voor M&T De afdeling M&T van Nico kreeg dankzij STO Twente onder andere een elektrische auto: “Vanuit STO Twente hebben we veel nieuwe middelen voor op ons Mobiliteitsplein aan kunnen schaffen. Daardoor sluit ons onderwijs veel meer aan op wat het beroepenveld nú en in de naaste toekomst vraagt. Een mooi voorbeeld is een eigen elektrische auto voor onderwijs in een ontwikkeling die inmiddels in de automotive niet meer is weg te denken en waarin we de leerlingen nu mee kunnen nemen.” Ook Nico noemt de voordelen van de toevoeging van een instructeur aan het Mobiliteitsplein: “Die wordt gedeeltelijk gefinancierd vanuit STO Twente. Dit geeft ons ruimte en capaciteit om daadwerkelijk met de vernieuwingen in ons vak aan de slag te gaan. Materiaal aanschaffen is mooi, maar dit moet je ook instructief kunnen inzetten in het onderwijs. Dit betekent dat je het moet inbedden. Daarbij is de rol van de instructeur van belang omdat wij als docenten niet altijd de tijd en gelegenheid hebben om al het onderwijs concreet inzetbaar te maken.” Inhaalslag of sprong voorwaarts? Peter: “Met de nieuwe middelen maken we sowieso een sprong voorwaarts. Het helpt je concreet om je techniekonderwijs anders neer te zetten.” Maurits: “Ik zie het voor PIE eveneens als een inhaalslag. We hadden namelijk ook een wensenlijstje van apparatuur die aan vervanging toe was. Je hebt noodzaak en luxe en een aantal zaken moest echt vervangen worden vanuit noodzaak. Nu updaten we de uitstraling van het lokaal, het aanzien van het profiel. Want ook de visuele aantrekkelijkheid, zoals een modernere entree, speelt voor leerlingen en hun ouders een rol. Daar hebben we gelukkig ook budget voor dankzij STO Twente.” Verband tussen machines en toename leerlingen BWI Peter gaf eerder al aan een verband te zien tussen de aanschaf van technische middelen en de toename van het aantal gemotiveerde leerlingen bij BWI: “Kijk ik bijvoorbeeld naar profieldeel 4 voor Design en Decoratie, dan zijn de mogelijkheden dankzij de nieuwe apparatuur veel aantrekkelijker voor de leerlingen. Met onze nieuwe lasersnijder maak ik eerst een tekst. De leerlingen kunnen die vervolgens penselen. Dankzij de lasersnijder krijg ik dit voorbeeld voor de leerlingen direct strak en mooi. Hierdoor is voor de leerlingen een deel van het eindresultaat al sneller en beter zichtbaar. We zien gewoon dat dit motiverend werkt. Wel kost dit tijd, maar we hebben bij BWI een heel bevlogen team met vijf docenten en een instructeur. Wij vullen elkaar in dat team aan alle kanten aan, nu ook nog eens extra gestimuleerd door de nieuwe middelen van STO. Vooral sinds het afgelopen jaar varen we in dit team niet allemaal op onze eigen boot, maar zijn we veel meer één schip. Samen worden we steeds sterker. Het gebruik van de nieuwe machines helpt enorm bij die teamvorming.” Goede zet: kick off keuzevak PIE Het profiel PIE introduceerde eerder het fenomeen waarbij het technische bedrijfsleven letterlijk op bezoek komt om ook aanschouwend les te geven bij de officiële aftrap van een keuzevak. Maurits: “Dat werkt heel aanstekelijk voor zowel de leerlingen en het bedrijfsleven als het team van PIE. Dat is het mooie van STO Twente, daardoor hebben we de tijd om dit soort initiatieven op te pakken, naast het geven van lessen.” Oproep: benut de mogelijkheden van STO Nico is blij met de elektrische auto voor M&T. Is het een moeilijk traject om dat van wens naar werkelijkheid te tillen? Nico: “Nee, zeker niet. Mijn advies? Maak gebruik van de mogelijkheden van STO tot en met 2028. Zodat je niet achteraf denkt: hadden we als school maar dit of dat gedaan. Maar goed, zorg bij je aanvraag wel altijd voor een degelijke onderwijskundige onderbouwing.” Peter: “De laatste jaren hebben we bij BWI zoveel mogelijk ingezet op opdrachten die aansluiten bij de werkelijkheid, dus het levensecht leren. Maken de leerlingen een houtskeletwandje? Dan is dat direct op ware grootte. Ook daarbij helpen alle STO-investeringen in nieuwe bewerkingsapparatuur enorm. Hiermee bereiden we hen optimaal voor op mbo niveau 2, 3 en ook 4.” Technisch vmbo: mooie tijd om rustig de juiste keuzes te maken Nico: “De jonge leerling op het vmbo wil heel graag met de handen aan het werk en dat kan uitgebreid in onze praktijklokalen die dankzij STO Twente steeds beter ingericht worden. In die technisch rijke omgeving hebben de leerlingen twee jaar kunnen nadenken over wie ze zijn en wat ze willen. Haal je techniek op het vmbo weg, of versmal je dat? Dan is deze leerling twee jaar ouder en moet dan alsnog de juiste keuzes maken. Met onze profielen en goed ingerichte praktijklokalen kan dat prima op het vmbo. Zij ervaren wat wel en niet past bij hun interesse en vaardigheden. Op basis daarvan maken zij een gerichte keuze voor een technische vervolgopleiding op het ROC.” MENU
- Constructieve samenwerking Stedelijk Alpha en ROC van Twente voor keuzevakken MVI
Constructieve samenwerking Stedelijk Alpha en ROC van Twente voor keuzevakken MVI Het Stedelijk Alpha in Enschede en ROC van Twente hebben voor de keuzevakken MVI een uitdagende samenwerking onder de vlag van STO Twente. De initiatiefnemers hierin zijn Jeroen ten Asbroek, docent media, vormgeving en ICT en Jaap Neutkens, teamleider van de ICT-opleidingen op ROC van Twente: “Eén van de STO-doelstellingen is een goede aansluiting van het VO op het mbo. Door onze samenwerking werken we aan de doorlopende leerlijn ICT. Leerlingen komen al in het vmbo in aanraking met de lessen, locaties, docenten en sfeer op het mbo. Dit geeft hen een zachte landing als zij daadwerkelijk naar de ICT-opleiding op ROC van Twente doorstromen”, aldus Jaap en Jeroen. Behoefte aan verdieping Voor de keuzevakken van Media, Vormgeving & ICT heeft Het Stedelijk Alpha een arrangement met creatieve vakken als Sign, Fotografie en 3D vormgeving & realisatie. Jeroen: “De keuzevakken draaien wij in leerjaar vier, nadat de leerlingen in leerjaar drie het centraal examen hebben afgerond. In leerjaar drie proefde ik enkele jaren geleden de behoefte aan verdieping in ICT; sommige leerlingen sloegen aan op het hardware deel van ICT en een andere groep wilde meer weten over programmeren. Het idee? Samen met ROC van Twente zou Het Stedelijk Alpha kunnen zorgen voor het draaien van een keuzevak met ICT leerinhouden.” Samenwerken, samen leren, samen ontwikkelen In oktober 2021 zaten Jeroen en Jaap op initiatief van Jeroen hiervoor verkennend tegenover elkaar op Het Stedelijk Alpha. Jeroen: “We merkten beiden dat we elkaar veel te bieden hebben. Ik wil graag een kwalitatief goed en inhoudelijk keuzevak aanbieden aan mijn vierdejaars leerlingen.” Jaap: “En voor het ROC ligt er de mogelijkheid om vroegtijdig toekomstige studenten een gedegen beeld te tonen van de diverse ICT-opleidingen die wij op verschillende niveaus bieden.” De samenwerking begon in 2021 met een samengesteld keuzevak Game Design waarin ICT-componenten aan bod kwamen. Jeroen: “Vanaf de start van het schooljaar 2023-2024 is dat vanuit de bestaande samenwerking verbreed met de uitbreiding van een tweede samengesteld keuzevak; we kunnen Netwerkbeheer en Digitale beveiliging als een nieuw keuzevak aanbieden. Sinds dit jaar is de samenwerking naar een hoger plan getrokken waardoor we twee ICT gerelateerde keuzevakken aanbieden. Game design geven we samen, ROC van Twente neemt het programmeerdeel voor zijn rekening en ik geef de lessen over spelvormgeving en design. De investering die ROC van Twente hiervoor doet vind ik bijzonder! Bij Jaap ervaar ik een grote bereidwilligheid om samen te werken, samen te leren en samen te ontwikkelen. Dat vind ik geweldig!” ROC helpt ICT-uitdaging oppakken Jaap: “De toename van digitalisering in de maatschappij maakt dat er ook in de profielen van het vmbo meer aandacht komt voor mediavorming, ICT en gerelateerde oriënterende vakken, profielen en keuzes. Tegelijkertijd hebben deze vo-scholen een behoorlijke uitdaging om hiervoor docenten, ruimte en capaciteit te organiseren. Daar komen wij als ROC om de hoek kijken. Als wij de instroom vanuit het vo naar onze ICT-opleidingen kwalitatief willen verbeteren dan start dat met het goed neerzetten bij vo-leerlingen, hun docenten, decanen en ook ouders van het beeld van onze opleidingen. Dan moet je niet alleen kiezen voor voorlichting, maar ook daadwerkelijk iets doen en concreet laten zien. Ofwel: méédoen. Ik ben in de gelukkige omstandigheid geschoolde ICT-medewerkers te hebben, eveneens faciliteiten, praktijklokalen én uiteraard de juiste, passende en bewezen leergangen. Een plek waar ook vmbo-leerlingen veilig en vaardig laptops kunnen demonteren en assembleren. En waar je de laatste technologie leert kennen en allerlei apparaten leert verbinden.” Instroom op peil helpen houden Jaap: “Uiteraard hebben we al langlopende contacten met ook het vmbo in verband met voorlichting, open dagen en meeloopdagen. Maar deze inhoudelijke samenwerking met Het Stedelijk Alpha is vrij jong en eveneens bijzonder. Dit helpt de instroom in onze ICT-opleidingen vanuit het vmbo ondersteunen. Onze terugloop aan leerlingen is nog niet zo sterk als in opleidingen zoals voor Mechatronica en Installatietechniek, maar inmiddels merken ook wij deze gevolgen, onder andere door demografische factoren. De samenwerking met Het Stedelijk Alpha helpt hopelijk deze teruggang voor een deel opvangen. Hard nodig, want anders kunnen we in Twente niet voldoen aan de grote vraag naar gekwalificeerde ICT’ers.” Organisatorische uitdagingen Bij het gezamenlijk uitvoeren van de keuzevakken hebben Jaap en Jeroen flinke organisatorische uitdagingen moeten overwinnen. Jeroen: “Denk aan roosters, vervoer leerlingen en PTA/toetsing.” Die samenwerking vanuit ROC van Twente met Het Stedelijk Alpha gaat vaak over planning: wie, wat en wanneer? Jaap: “Samen met Het Stedelijk Alpha hebben we hiervoor heel concreet naar oplossingen gezocht. De kunst hierbij is elkaar tegemoet te komen waarbij de ene keer de ene partij en de andere keer de andere partij een beetje meebeweegt.” Een voorbeeld hiervan is dat een vo-leerling nog geen ov-kaart heeft. Jaap: “Maar hoe komen deze leerlingen van het Stedelijk Alpha vervolgens naar ons praktijklokaal in De Gieterij in Hengelo? We besloten een bus te regelen inclusief een verantwoordelijke begeleider. En hoe houd je de presentie van alle leerlingen tijdens het gehele project bij? Daar hebben we een digitaal systeem voor opgetuigd. Het gaat dus over praktische zaken als planning, vervoer en het digitaal communiceren met elkaar. Ook gaat het over budgetten; wie betaalt wat? Zoals de aanschaf van verbruiksmateriaal en andere zaken die je gewoon nodig hebt voor een leergang ICT. Al die issues hebben we samen goed opgepakt. Wat ik erg waardeer is dat het voortgezet onderwijs hier de meerwaarde van inziet en hierin van haar kant ook tijd, geld, capaciteit en energie steekt.” Vliegwieleffect Wekelijks zijn er vmbo-leerlingen in het ICT-praktijklokaal op ROC van Twente aan de slag. Een keuzevak moet 80 tot 120 lesuren gedraaid worden, stipt Jeroen aan: “Doordat ik als vmbo docent overleg over lessenseries en leerinhouden voor een keuzevak, gedoceerd door ROC docenten, weet ik welk fundament aan voorkennis ik de leerlingen mee moet geven voor de aansluiting op de lessen van mijn ROC collega. De ROC docent bouwt zijn programma op uit onderdelen en opdrachten uit het eerste leerjaar van de ICT-opleidingen.” Jaap: “We doen het nu een paar jaar en zien een soort vliegwieleffect. Mijn docenten zeggen: de vmbo-leerlingen, zoals ook die van Het Stedelijk Alpha, kunnen veel meer dan wij dachten. Zij zijn aangenaam verrast door hun vaardigheden. Daardoor hebben we in het eerste leerjaar op het mbo de programma’s aanzienlijk kunnen verkorten. Want bepaalde onderdelen blijken al heel goed aangeleerd te kunnen worden tijdens de oriënterende keuzevakken. Ook ontstaat er extra motivatie bij de vmbo-leerlingen omdat ze het veel leuker vinden om bij ons een middagje te knutselen aan laptops dan dat zij op een open dag een PowerPoint zien op hun eigen school. We spotten inmiddels allerlei talent, ook onder vmbo-Basis leerlingen! Zij krijgen hier de kans talenten te ontplooien die anders onder de radar blijven.” Jaap benadrukt dat de samenwerking in ontwikkeling blijft: “We blijven met elkaar voortdurend zoeken naar verbeterpunten.” Voordelen leerlingen Jeroen somt enthousiast de voordelen voor de leerlingen op: “Zij doen levensechte ervaring met het leren op binnen het mbo, gedurende een langere periode.” Maar er zijn ook voordelen voor Het Stedelijk Alpha als school. Jeroen: “Door het nauwe samenwerken met docenten van het mbo bouw ik een brug tussen het eindniveau van vakkennis bij de vmbo leerling en het startniveau van de lessen op het ROC van Twente. Leerlingen starten met een voorsprong, leerlingen die deze route bewandelen ervaren vervolgens een zachte landing op ROC van Twente. We werken actief samen aan een doorlopende leerlijn. Actuele ontwikkelingen uit het werkveld komen via het mbo ook het vmbo binnen.” Mes snijdt aan drie kanten Vanuit de leerlingen bekeken zijn de lessen op de ROC locatie altijd plezierig. Jeroen: “Vierdejaars leerlingen komen in aanraking met de studerende student van het ROC. Zij krijgen een realistisch kijkje in de keuken van hun mogelijke vervolgopleiding. Vanuit het oogpunt van loopbaanoriëntatie is deze samenwerking tussen het vmbo en het mbo ook wenselijk. De leerling ervaart gedurende 8 tot 16 weken het meedraaien op het mbo en de manier van lesgeven. Maar ook vakinhoudelijk krijgt de leerling door deze ervaring een goed beeld van waar hij of zij plezier in heeft.” Eveneens ervaart Jeroen een voordeel vanuit zijn eigen vakuitoefening als docent: “Het samenwerken met docenten van het mbo brengt mij als docent vmbo dat ik mijn lesinhouden ten dele beter kan afstemmen op de lessen van het mbo.” Jaap: “Ik waardeer Jeroen vanwege zijn enthousiasme, iemand waar iedereen graag mee wil samenwerken. Hij denkt in mogelijkheden en kansen. Die grondhouding is heel prettig in de samenwerking. Ook heeft hij oog voor de belangen en organisatiegraad van ROC van Twente. Hij neemt ook altijd zijn leidinggevende goed mee in het verhaal en ziet voor zijn leerlingen de winst. Door de samenwerking worden zijn leerlingen in hun beroepskeuze beter geïnformeerd.” MENU
- TechAmbassadeurs Zorg en Welzijn in opleiding
TechAmbassadeurs Zorg en Welzijn in opleiding Sterk Techniekonderwijs Twente werkt steeds nauwer samen met de Technologie & Zorg Academie Twente (TZA). Momenteel volgen Marijke van der Struik en Lisa van Dijk van C.T. Stork College de opleiding tot TechAmbassadeur van TZA. Wat is dat? En hoe profiteren vmbo-scholen daarvan? Keuzevak Zorgtechnologie Marijke van der Struik en Lisa van Dijk zijn docent Zorg & Welzijn. Hoe staat de toepassing van zorgtechnologie er op dit moment eigenlijk voor op C.T. Stork College? Marijke: “We geven nu al voor het tweede schooljaar lessen over zorgtechnologie, een apart en verdiepend keuzevak voor de vierdejaars leerlingen van Zorg & Welzijn. In dit profiel zelf zit ook voor de derdejaars leerlingen nog een heel klein stukje zorgtechnologie, specifiek in het profiel Mens & Zorg.” Nog volop in ontwikkeling Hoe reageren de leerlingen hierop? Marijke: “Wisselend, maar dat komt ook doordat we dit profielvak nog ontwikkelen. We zijn ermee gestart zonder een verdiepende voorbereiding en alleen op basis van een niet aansprekend leerboek.” Lisa: “Ook staan onze vmbo-leerlingen daar in de tijd gezien best wel een stukje vanaf; het duurt nog wel even voordat zij in de zorg werkzaam zijn. Ook gaat een deel niet de zorg in, dus bij hen is de interesse ook wat minder.” Meer focus op praktijk Marijke en Lisa ontwikkelen de lessen momenteel naar hun eigen inzichten en smaak: “We hopen dat de leerlingen het daardoor enthousiaster oppakken. Dit willen we bereiken door de lessen veel praktijkgerichter te maken. Daarbij heb je écht de technologische hulpmiddelen nodig zoals TZA Twente die ons aanreikt. We hadden weliswaar zelf een paar hulpmiddelen aangeschaft, maar nog niet zo heel veel. Daardoor bleven de lessen over zorgtechnologie twee jaar lang behoorlijk theoretisch. Met de technologie die we nu hebben geleend van TZA Twente proberen we de lessen levendiger te maken, maar ik benadruk dat dit allemaal nog sterk in ontwikkeling is. Volgend schooljaar hebben we zorgtechnologie een stuk beter op de kaart staan.” Opleiding TechAmbassadeur: inspiratie opdoen De deelname van Lisa en Marijke aan de opleiding voor TechAmbassadeur van TZA is geïnspireerd door de bovengenoemde ambities. Marijke: “We hopen tijdens de zes bijeenkomsten, onder leiding van ROC-docent Iris Davina-Hudepohl, inspiratie te krijgen om ons keuzevak voor zorgtechnologie te verdiepen en voor de leerlingen aantrekkelijker te maken.” Het mooie is dat de deelnemers aan deze opleiding verschillende achtergronden hebben. Lisa: “We zitten daar met zorgprofessionals, iemand van het ROC en wij vanuit het vmbo, dus een mooie mix. Voor ons is het bijvoorbeeld heel interessant om tijdens de opleiding te horen van de zorgprofessionals wat zij in hun praktijk tegenkomen op het gebied van zorgtechnologie. Dat geeft ons richting om onze leerlingen nú al zo goed mogelijk op deze praktijk voor te bereiden voor als zij straks vanuit het mbo stage gaan lopen in het zorgwerkveld.” Marijke: “We horen uit de eerste hand dat in de zorgpraktijk de ene professional er meer voor openstaat dan de andere. Ook hier geldt: onbekend maakt onbemind. In die zin lijkt dit op de situatie in het onderwijs op het vlak van zorgtechnologie.” Rol TechAmbassadeur Als TechAmbassadeur voor Zorg & Welzijn zijn Lisa en Marijke straks het gezicht en eerste aanspreekpunt binnen C.T. Stork College op het gebied van zorgtechnologie en het gebruik daarvan. De training richt zich enerzijds op inzet en kennis van slimme technologie op onder andere scholen. Anderzijds focust de training op collegiale ondersteuning bij de keuze en implementatie van technologie. De TechAmbassadeur kan als inhoudelijk deskundige de eigen collega’s en leerlingen adviseren en begeleiden. Zij kunnen het gesprek over technologie aangaan en advies of richting geven aan mogelijke keuzes. Lisa: “De insteek is dat wij door deze opleiding onze collega’s enthousiasmeren voor zorgtechnologie. Ook bij ons zien we dat collega’s hiermee nog niet zo bekend zijn. Doordat wij die lessen gaan geven, scholen we deze collega’s hierin bij en kunnen zij vervolgens die lessen ook geven.” Betere contacten zorgwerkveld Marijke: “Eveneens leert deze opleiding ons heel concreet wat er überhaupt allemaal mogelijk is met zorgtechnologie. Plus dat we nu nog betere contacten hebben met het zorgwerkveld. Hoe mooi is dat voor het organiseren van gastlessen en excursies!” Verder biedt de opleiding tot TechAmbassadeur ruimte voor een dagdeel stage. Marijke: “Dan kunnen we bij elkaar in de keuken gaan kijken. Wij, als school, bij de zorginstellingen en uiteraard omgekeerd. Dat biedt heel veel waarde. Feitelijk past dit ook onder de doelstelling van STO Twente.” Adviezen voor andere subregio’s STO Twente Wat adviseren Marijke en Lisa andere subregio’s van STO Twente die ook met zorgtechnologie willen starten, of al bezig zijn, maar nog richting zoeken? Marijke: “Ga ermee aan de slag, want het is niet meer weg te denken. Inmiddels is zorgtechnologie een integraal onderdeel van de zorg. Maar denk wél eerst heel goed na over wat je ermee wilt en hóe je het dan gaat inrichten. Een tip: haal bijvoorbeeld via TZA Twente al direct zorgtechnologie je school in, ga ermee aan de slag, organiseer excursies buiten je school en regel gastlessen. Daardoor loop je niet al vanaf het begin achter de feiten aan.” Een ander punt is dat zorgtechnologie ook iets met mensen doet. Lisa: “We gaan met de leerlingen wel het gesprek aan over wat patiënten of cliënten er zelf van vinden; wat zijn de voordelen en nadelen van zorgtechnologie? We proberen hen daarover aan het denken te zetten.” Marijke: “Leerlingen dragen daarbij regelmatig voorbeelden aan van zorgtechnologie die zij toegepast zien bij hun opa of oma. Dit is een goede aanleiding om hierover met de leerlingen het gesprek aan te gaan.” Toepassing vanuit startput van casuïstiek Marijke noemt dat zij en Lisa meer casuïstiek willen gaan schrijven: “Aan de hand daarvan willen we dus de zorgvraag centraal stellen en vervolgens bekijken welke zorgtechnologie daarbij zou kunnen ondersteunen. Dit in plaats van de volgorde waarbij je de zorgtechnologie centraal stelt en vervolgens gaat bepalen voor wie dat interessant zou kunnen zijn. Hopelijk hebben we dit volgend schooljaar voor elkaar.” Over de toekomst gesproken: momenteel vindt de planvorming plaats voor STO Twente 2025 t/m 2028. Wat zouden Marijke en Lisa hiervoor voor zorgtechnologie meegenomen willen zien? Marijke: “We worden goed in die gesprekken betrokken en we hebben ook bepaalde ideeën. We zouden vooral meer praktijk willen geven voor zorgtechnologie.” Wellicht deelvrijstelling Lisa: “Ook zou het mooi zijn als leerlingen die dit keuzevak met een voldoende hebben afgerond, voor een deel vrijstelling kunnen krijgen op het ROC van een vak waarin zorgtechnologie verweven zit. Want we kunnen ons voorstellen dat er overlappen bestaan. Die vrijstelling zou voor leerlingen een extra motivatie kunnen vormen.” MENU
- Instructeurs technisch onderwijs voor directe koppeling van leerlingen met technisch beroepenveld
Instructeurs technisch onderwijs voor directe koppeling van leerlingen met technisch beroepenveld De STO subregio Oldenzaal heeft op het Twents Carmel College (TCC) instructeurs binnen de technische profielen PIE, BWI en M&T én een instructeur in het Technolab. Een belangrijke pijler onder Sterk Techniekonderwijs Twente. Wat brengen zij mee? Wat voegen zij toe voor de leerlingen? Hoe verbetert hun inzet het technisch onderwijs? Enthousiast vertellen zij het zelf: “De kern is dat je de klik met de leerlingen maakt en hen toont hoe het technisch beroepenveld werkt.” Veelzijdige achtergrond en ervaring De essentie van instructeurs is dat zij hun eerdere technische ervaring in het bedrijfsleven rechtstreeks de school in brengen. Welke ervaring is dat precies? Opvallend is de veelzijdige bedrijfsachtergrond van de vier praktijkinstructeurs. Giacomo Morsink, instructeur PIE: “Ik heb 30 jaar gewerkt bij de voorloper van Croonwolter&dros en alle facetten van elektrotechniek ervaren, van krachtinstallaties tot inbraakinstallaties.” Bjorn Klein Gunnewiek komt oorspronkelijk uit het groen: “Inmiddels ben ik instructeur in het Technolab van TCC.” Benno Grintjes is inmiddels vier jaar instructeur BWI en heeft er nog geen dag spijt van: “Daarvoor was ik ruim 25 jaar meubelmaker/ interieurbouwer. Met leerlingen omgaan is práchtig. Ik vind het mooi om het vak met de laatste technieken over te mogen brengen op de jeugd.” Gerard Oude Tijdhof, praktijkinstructeur M&T: “Ik heb 24 jaar in een garage gewerkt als monteur en als invallend werkplaatschef.” Functie in ontwikkeling De functie van instructeur lag in het begin niet tot in detail vast. Giacomo: “Gaandeweg is dat door ons uitgevonden, uiteraard in samenwerking en overleg met TCC.” Bjorn: “Het Technolab is een beetje een vreemde eend in de bijt omdat ik als instructeur vooral met basisschoolleerlingen bezig ben. Dit betekent dat ik in mijn werk veel aan ontwikkeling doe, zoals voor nieuwe workshops en lessen, én nieuwe dingen bedenken en maken.” Benno: “Toen ik hier kwam was het druk met het leerlingenaantal op het Techniekplein. De taak waarvoor ik in eerste instantie was aangenomen, breidde zich dan ook al snel uit. Al vlot gaf ik ook lessen, voor mij een sprong in het diepe. Ik kreeg de kans om het Technieklokaal naar mijn eigen inzichten te kneden.” Gerard kwam uit de automotive: “Ik heb ook 20 jaar op het Bonhoeffer College in Enschede gewerkt. Met de collega daar heb ik de lessen ingevuld en heel veel geleerd. Die kennis en ervaring kon ik meenemen naar TCC.” Pedagogisch-Didactisch Certificaat (PDC): pittig, maar te doen Een voorwaarde voor de aanstelling tot instructeur is het behalen van het Pedagogisch-Didactisch Certificaat (PDC). Dit belangrijke certificaat hebben alle instructeurs inmiddels op zak. Hoe hebben de instructeurs dit studietraject ervaren? Giacomo: “Het is te doen en waardevol. Je leert je activiteiten te baseren op de juiste pedagogisch-didactische basis. Wel was het voor mij een hele tijd terug dat ik in de schoolbanken zat. Het was wennen om weer veel lesboeken te lezen met compleet nieuwe stof. Het is veel lezen en veel werk, maar deze studie heeft een positieve impact gehad op mij.” Benno: “Het is wel te doen, maar ik sluit me volledig aan bij de woorden van Giacomo.” Laatste kneepjes van het techniekvak De essentie van het instructeur zijn, is dat deze voormalige werknemers de laatste stand van zaken uit het werkveld de klas in brengen. Werkt dat ook zo? Giacomo: “Zeker! De handige kneepjes van het vak, maar ook de technische regels die gelden voor het vak van elektrotechniek, breng je één-op-één over op de leerlingen. Je ziet bij de leerlingen dat zij daar heel benieuwd naar zijn, en dat werkt ook motiverend.” Benno: “Veel elementen uit mijn eerdere werk in de houtbranche haal je nooit uit een theorieboek. Die moet je als leerling letterlijk voorgedaan krijgen van iemand met een langdurige bedrijfservaring.” Giacomo: “De docenten waarmee we binnen de profielen samenwerken zijn ontzettend goed, laat daar geen misverstand over bestaan, maar zij kennen de laatste kneepjes uit het vak niet altijd.” Techniek voortdurend koppelen aan beroepen Bjorn: “Vanuit mijn werkervaring kan ik de basisschoolleerlingen allerlei voorbeelden aanreiken van hoe je specifiek de technologie uit het Technolab kan inzetten, maar die praktijkvoorbeelden kan ik ook geven van metaal, lassen en autotechniek. Neem sensoren, hoe worden die in auto’s toegepast? Elke technologie die we in het Technolab presenteren weet ik wel te koppelen aan een beroep.” Bjorn geeft een voorbeeld: “We hebben een zelfrijdend robotje. We vragen aan de leerlingen hoe zij dit toegepast zouden zien in een beroep in de echte wereld. Dit soort vraagstelling over de koppeling tussen technologie en het beroepenveld slaat bij de leerlingen aan.” Volop waardering en werkplezier Voelen de instructeurs zich gewaardeerd door hun collega’s? Bjorn: “Ik heb altijd waardering gevoeld voor wat ik doe.” Giacomo: “Bij ons op het Techniekplein voel ik die waardering ook. De docenten zien in wat mijn praktische toevoegingen zijn aan de lessen, zoals de eerder genoemde fijne kneepjes van het vak. Ik heb geen moment spijt gehad van mijn overstap. Als je doet wat je leuk vindt, werk je geen dag meer in je leven. Ik beleef veel plezier aan mijn werk als instructeur. Eigenlijk meer dan ik ervan had verwacht, een prachtige fase in mijn loopbaan.” Bjorn: “Ik ga fluitend naar mijn werk en fluitend weer naar huis.” Benno: “De omgang met de leerlingen, daar word ik vrolijk van. Dat ik deel mag uitmaken van één van hun belangrijkste momenten van hun leven is toch geweldig.” Zelf ook bijblijven is belangrijk De instructeurs nemen veel werkervaring uit de praktijk mee, maar hoe houden zij de ontwikkelingen in hun eigen vak bij? Benno: “Ik heb weleens geopperd dat het goed zou zijn als je als instructeur stage kunt lopen bij een technisch bedrijf. Bijvoorbeeld een week verdeeld over een heel jaar, waarbij je binnen meerdere bedrijven meekijkt en meedraait.” Gerard: “Ik zit in de automotive en blijf bij met de ontwikkelingen door bijvoorbeeld thuis met auto’s te klussen. Ook hebben we bij M&T een elektrische auto aangeschaft, een enorme aanwinst. Om de leerlingen hier goed bij te kunnen begeleiden verdiep ik mij daar natuurlijk grondig in. Verder biedt TCC cursussen aan die ik graag volg.” Perspectief van leerlingen Kijken de leerlingen anders naar de instructeur dan naar de docent? Gerard: “Ik betwijfel of ze onze bedrijfsachtergrond altijd kennen.” Benno: “Soms zeggen de leerlingen plagerig tegen mij dat ik toch geen docent ben en antwoord ik dat ik uiteindelijk hetzelfde mag als een docent. Dan beginnen ze te lachen en zie je toch de waardering voor de praktische vakkennis die ik overdraag.” Gerard: “Ik heb zelf nooit een verschil ervaren in hoe de leerlingen mij zien.” Bjorn: “Het is ook een bepaalde doelgroep. Het is niet de insteek dat we hier vakmensen van ze maken. Daarvoor zijn de profielen te breed. Wel kunnen we hen enthousiasmeren en veel van de technische beroepen laten zien. Echte vakmensen worden ze op het mbo en op stage.” Een duwtje in de goede techniekrichting Benno: “Als ouders op een open dag komen, zeg ik dat ik hoop hun kinderen in de twee jaar op het Techniekplein mee te geven welke techniekrichting ze ongeveer in willen. Daar help ik hen mee. Vervolgens hoop ik dat ze over 20 jaar denken: wat heb ik toch een donders leuke tijd gehad op het Techniekplein van TCC met leuke leraren, een mooi diploma en wat was mijn vervolgkeuze in de techniek goed. Dit bespreek ik uiteraard ook heel vaak met de leerlingen die nu op het plein zijn. Ik vind dit één van de belangrijkste dingen in hun keuze. Ik wil er geen druk op leggen, maar wel meegeven hoe het werkt. Echt, dit is voor mij dé nummer 1 reden.” Probeer het gewoon een keer… Giacomo: “Misschien overwegen andere technici ook de overstap naar instructeur in het technisch vmbo. Maar wellicht houden negatieve denkbeelden hen tegen, zoals de werkdruk in het onderwijs waar je veel over hoort. Maar mijn ervaring is alleen maar positief, het is een prachtig vak. Twijfel je nog? Ga het gewoon eens proberen.” Gerard: “Mijn ervaring is dat de werkdruk minder is dan in het bedrijfsleven.” Benno: “Wie niet waagt, die niet wint. Volg je hart en gevoel.” MENU
- Tweede Profiel meets Profiel concretiseert nieuwe suggesties voor activiteiten
Tweede Profiel meets Profiel concretiseert nieuwe suggesties voor activiteiten Na een succesvolle eerste bijeenkomst in november vorig jaar vond in maart een tweede Profiel meets Profiel bijeenkomst plaats. Doel? De ideeën uit de eerste bijeenkomst verder concretiseren voor de definitieve planvorming voor de tweede STO-periode. Opnieuw hoge opkomst De conclusie na een uur brainstormen op 8 maart? De eerste STO-periode heeft veel opgeleverd en er zijn ook lessen geleerd. Voor de tweede STO-periode 2025 t/m 2028 buitelen de concrete ideeën zelfs nog talrijker over elkaar heen. De opkomst voor deze tweede bijeenkomst was opnieuw hoog: meer dan 40 docenten en instructeurs schoven discussiërend aan. Samenvatting resultaten vorige bijeenkomst Marieke gaf eerst een inspirerende samenvatting van de resultaten van de eerste ‘Profiel meets Profiel’ bijeenkomst in november 2023. Enkele kernpunten: de deelnemers zijn trots op gerealiseerde samenwerkingen met onder andere bedrijven en het basisonderwijs, zowel binnen de subregio’s als subregionaal overstijgend. Maar ook enkele mooie successen met hybride docenten worden gewaardeerd. Bij de in de vorige sessie genoemde wensen noemt men vooral een nóg betere samenwerking, verdere professionalisering en de aanschaf van meer materialen en apparatuur. Ook zoeken de deelnemers voortdurend naar ontwikkeltijd voor activiteiten voor STO Twente. Eveneens een wens was meer bezetting en ondersteuning in de klas. Opvallend was het noemen van mobiele Technolabs om de technologie zelf naar de scholen te brengen. Plus de wens tot meer profiel overstijgend onderwijs. Tot slot bleek er behoefte aan meer regionale bijeenkomsten zoals voor trainingen, onderlinge intervisiebijeenkomsten en ook: het meer delen van aanschafte (les)materialen. Dit laatste is vooral bedoeld om niet per subregio voortdurend het wiel opnieuw uit te vinden. En uiteraard: de verduurzaming van alle huidige en toekomstige inzet voor ná 2028! Nieuwe ideeën verder concretiseren De opdracht voor de tweede meeting was uitnodigend: welke bestaande/nieuwe en vooral concrete activiteiten verdienen volgens de docenten en instructeurs een plek in het nieuwe STO-plan 2025 t/m 2028? En hoe kunnen we samen de ideeën daarvoor uit de eerste bijeenkomst nog verder concretiseren? Per activiteit bedachten de deelnemers een korte beschrijving van de activiteit, welke partijen zij daarvoor nodig hebben en vooral ook: wat zij willen bereiken voor de leerlingen met deze activiteit? Extra aandachtspunt: verbreding profielen Een belangrijk aandachtspunt voor die nieuwe periode is verbreding van STO over ook andere profielen zoals Zorg & Welzijn, Economie & Ondernemen en Horeca, Bakkerij en Recreatie. Echter, dan is het wel een expliciete eis van het Ministerie dat de ingediende aanvraag met de toepassing van technologie in deze profielen te maken moet hebben. De lopende inzet op zorg & technologie en de samenwerking daarvoor met TZA Twente is hiervan een mooi voorbeeld. Ook benadrukte Marieke dat de aanvraag vmbo-breed zal zijn: dus ook activiteiten voor de praktijkgerichte vakken zijn welkom! Uiteraard werd de deelnemers gevraagd de ideeën voor activiteiten te scharen onder één van de vier STO-doelstellingen voor de komende jaren. Korte presentaties ideeën Na een uur stevig brainstormen gaf elke groepje een korte presentatie. Enkele highlights? Meer ontwikkeltijd om samen met collega’s uit de regio nieuw onderwijs te maken en samen te leren, ontwikkeling van regiobrede keuzevakken, aanschaffen van nieuw technologisch materiaal en materieel, aanschaf en inzet van ‘STO-bussen’ voor vervoer leerlingen, meer samenwerking met het mbo en bedrijfsleven, en nog veel meer. Hoe gaat het nu verder? Tussen maart en de zomervakantie is er volop planvorming gaande in de vijf subregio’s van STO Twente voor de periode 2025 t/m 2028. Op 1 mei moeten alle subregio’s hun conceptplannen klaar hebben. Vervolgens worden in mei/juni deze vijf conceptplannen vertaald naar één STO-Twente breed plan ter beoordeling van de minister. Uiteindelijk wordt na de zomer de officiële aanvraag ingediend, op tijd voor de deadline van eind september. MENU
- Barbara Smith nieuwe relatiebeheerder onderwijs en bedrijven Holten en Goor voor De Waerdenborch
Barbara Smith nieuwe relatiebeheerder onderwijs en bedrijven Holten en Goor voor De Waerdenborch Barbara Smith is onlangs voor 0,4 aangesteld bij De Waerdenborch in de nieuwe functie van relatiebeheerder onderwijs en bedrijven. Wat betekent dit werk, onder andere voor STO Twente? Barbara heeft veel ervaring en is super enthousiast: “Door vmbo-leerlingen op jonge leeftijd al te koppelen aan technische bedrijven ontstaan er nauwe contacten die zich hopelijk ontwikkelen tot een duurzame samenwerking.” Je bent als relatiebeheerder onderwijs en bedrijven aangesteld voor De Waerdenborch Holten en Goor. Wat houdt deze functie in? “Ik maak het STO netwerk bekend binnen de regio Holten en Goor en fungeer als eerste aanspreekpunt en gezicht, zowel intern als extern. Met de introductie van deze rol wordt een ontwikkeling in gang gezet voor de komende jaren waarbij de relatiebeheerder onderwijs en bedrijfsleven, samen met docenten, bedrijven, opleidingsscholen en bedrijfsverenigingen, een netwerk van contacten opzet en onderhoudt. Ook sta ik in contact met docenten, bedrijven, opleidingsscholen en bedrijfsverenigingen. Ik leg onderlinge verbindingen en maak koppelingen. Daarnaast geef ik collega’s suggesties voor leren en ervaren buiten de school, dus ‘buiten naar binnen’ brengen én andersom. Denk aan gastsprekers, stagemarkt, excursies en meer. Ik woon in Holten en die lokale kennis helpt uiteraard ook. Daarbij is het fijn dat ik kan voortborduren op de goede externe contacten die De Waerdenborch in de laatste jaren al heeft opgebouwd. Goor is mij minder bekend en ik bezoek daar de bedrijvennetwerkevents om mensen te spreken en te leren kennen. Naast relatiebeheerder blijf ik nog een dag in de week verbonden aan ons Technolab in Goor. Dat is fijn, want dan ben ik ook nog tussen de leerlingen en collega’s en kan ik uit de eerste hand meemaken wat er speelt.” Wat is je achtergrond? “Na divers werk in het bedrijfsleven ben ik in 2013 bij Carmel College Salland begonnen. Een secretariële functie, met ook de mediatheek en de info-balie. Daar kwam ik in aanraking met leerlingen en heb ik een groot project gedaan waarmee ik met 17 leerlingen van het vmbo naar Thailand ben geweest. Samen hebben we een project op een school uitgevoerd waar kinderen met een beperking worden opgevangen. Acht maanden lang heb ik op de maandagmiddag met deze leerlingen alles voorbereid. Dit project is begonnen doordat ik zelf in de zomer van 2017 met mijn gezin vrijwilligerswerk had gedaan op deze school in Thailand. De omgang met leerlingen vond ik zo leuk, dat ik besloten heb mij om te laten scholen. Inmiddels was ik in Raalte ook als onderwijsassistent begonnen en vervolgens als instructeur bij D&P. Ik heb mijn instructeursdiploma gehaald en mijn Pedagogisch Didactisch Diploma. Afgelopen jaar heb ik op Windesheim de Post HBO opleiding Coördinator Wetenschap & Techniek gedaan. In maart 2024 ben ik hiervoor geslaagd. Sinds november 2022 heb ik de overstap gemaakt naar De Waerdenborch. Hier ben ik instructeur en beheerder van het Technolab in Goor. Ik ontdek hier veel nieuwe technische en innovatieve dingen en heb veel geleerd, en ben nog steeds niet uitgeleerd. Nu ben ik onder andere drone piloot en VR-Expert. Mijn werk in het Technolab is heel veelzijdig zoals contacten met basisscholen, workshops aan groep 7 en 8 geven, en collega’s enthousiasmeren.” Waarom sprak de functie van relatiebeheerder onderwijs en bedrijven je aan? “Verbinden, contacten leggen, ideeën uitwerken; daar word ik enthousiast van! Ik zie altijd kansen, en heb een creatief brein. Ook tijdens vakanties bezoek ik graag scholen om te kijken of we iets voor elkaar kunnen betekenen of een project samen kunnen doen. Daar word ik heel blij van, een paar maanden geleden had ik de projectleider STO van de Nederlandse Antillen (Elton Johnson) in Holten en Goor op bezoek. Vorig jaar, toen ik daar op vakantie was, heb ik contact gelegd met hem en het Technolab bezocht op Bonaire. Daar heb ik ervaren dat we ons allemaal, waar dan ook ter wereld, inzetten voor de leerling, welke middelen je dan ook hebt.” Je gaat breder werken dan alleen voor Sterk Techniekonderwijs Twente. Maar hoe gaat STO Twente van je werk profiteren? “Door samen te werken, het stimuleren en faciliteren van samenwerkingen tussen technische bedrijven en om ervoor te zorgen dat het technisch onderwijs goed aansluit op de behoeften van de arbeidsmarkt. Hoor ik extern interessante zaken voor onze techniekdocenten? Dan licht ik hen daar uiteraard over in.” Barbara merkt dat het bedrijfsleven in haar regio positief staat tegenover vmbo-leerlingen: “Komen onze vmbo-leerlingen in een bedrijf voor een snuffelstage of ontmoeten ze een gastspreker? Dan helpt dat enorm positief bij hun beeldvorming. Maar het werkt ook de andere kant op; tijdens een stage of een zaterdagbaantje leren de bedrijven ook onze leerlingen kennen, ook al zijn de mogelijkheden door hun leeftijd beperkt in het kader van veiligheid.” Kun je al iets zeggen over je eerste ervaringen? “Vanaf de voorjaarsvakantie ben ik gestart in deze nieuwe rol. Ik ben direct naar bijeenkomsten van ondernemersverenigingen gegaan, om mijzelf voor te stellen. Inmiddels is mijn agenda al goed gevuld met afspraken! Op dit moment ben ik bezig om de Bedrijvendag voor De Waerdenborch te organiseren. Collega’s gaan deze dag twee bedrijven in de regio bezoeken in Goor en Holten, waaronder techniekbedrijven, want die zijn in onze regio ruim vertegenwoordigd. Aan mij nu de taak bedrijven te vinden die meedoen. Ik ga op dit moment veel “de boer op” en er hebben zich al mooie bedrijven aangemeld. Hartstikke leuk en erg afwisselend. Iedere dag hoor en leer ik weer nieuwe dingen, ook wat Sterk Techniekonderwijs inhoudt. Ik ga meer de diepte in, maar weet ook dat ik nog veel moet en kan leren!” Waarom is het zo belangrijk dat het (technisch) vmbo samenwerkt met het (technisch) bedrijfsleven? “Uiteraard door het grote tekort in de technische sector is het belangrijk om leerlingen al op jonge leeftijd enthousiast te maken voor techniek. Door leerlingen op jonge leeftijd al te koppelen aan technische bedrijven ontstaan er nauwe contacten die zich hopelijk ontwikkelen tot een duurzame samenwerking.” Wilt u met Barbara overleggen over samenwerking? Neemt u dan gerust contact met haar op via b.smith@waerdenborch.nl . Haar werkdagen zijn maandag, dinsdag en donderdag. MENU